Pesten is een zeer ernstige volksziekte
Pesten is een verschijnsel dat voorkomt in alle culturen, alle landen, alle lagen van de bevolking en op alle leeftijden.
Pesten komt veel meer en heftiger voor dan wordt aangenomen. Volgens onderzoeken zou 6% vaak, 30% af en toe en 64% van de scholieren geen pestgedrag tonen. Wij hebben bij 90.000 leerlingen gemeten:
Pesten van anderen
- 76% is minstens enigszins betrokken
- 40% is minstens relatief sterk betrokken
- 12% zijn heftige pesters
- Dus slechts 24% is helemaal niet betrokken.
Gepest worden
- 65% wordt min of meer gepest
- 40% wordt middelmatig gepest
- 12% wordt ernstig gepest
- En maar 35% helemaal niet.
1. Hoe wordt het pesten op school vastgesteld?
De School Attitude Questionnaire Internet (SAQI) is een vragenlijst die op scholen via het internet wordt afgenomen. Hij meet
Motivatie, Welbevinden en Zelfvertrouwen; daarnaast zijn twee schalen opgenomen: Pesten van Anderen en Gepest Worden.
In het afgelopen schooljaar 2011/2012 zijn bijna 90.000 leerlingen getest van het basisonderwijs (groep 6 – 8) en het
voortgezet onderwijs (klas1 – 3). De leerlingen zaten in ruim 4.000 klassen van 636 scholen.
2. Hoeveel leerlingen zijn betrokken bij pesten?
In Tabel 1 is de betrokkenheid bij het Pesten van Anderen weergegeven. Niet betrokken zijn bijna 18% van de
leerlingen (1). Zij hebben geen van de vragen over het Pesten van Anderen positief beantwoord. Eén of enkele vragen zijn
positief beantwoord door de mensen in categorie 2 en 3. Zij zijn nauwelijks betrokken bij het Pesten van Anderen. Leerlingen
in categorie 4 hebben enkele vragen positief beantwoord en hebben daarmee duidelijke betrokkenheid met Pesten van Anderen
opgegeven. Ongeveer 20% van de middelcategorie hebben ruim de helft van de vragen over Pesten van Anderen positief beantwoord.
Zij hebben een middelmatige betrokkenheid toegegeven. De leerlingen in de daarop volgende categorieën hebben een steeds
sterkere betrokkenheid bij het Pesten van Anderen aangegeven door meer vragen positief te beantwoorden. Leerlingen in
categorie 7 (10%) en vooral 8 en 9 (11%) behoren tot de kern van de pestende leerlingen. Het Gepest Worden wordt weergegeven in
Tabel 2. Vijfendertig procent van de leerlingen in categorie 1-3 zijn leerlingen die geen of enkele van de vragen over Gepest
Worden positief beantwoord hebben. Zij worden niet gepest volgens de leerlingen zelf. De leerlingen in categorie 4-6 worden
middelmatig gepest. De leerlingen van categorie 7-9 zijn tenminste meer dan gemiddeld doelwit van pesters, met name de leerling
van categorie 8 en 9 liggen ernstig onder vuur.
Tabel 1 - Frequentie van Pesten van Anderen
Standard Nine Pesten van Anderen |
Aantallen |
Percentages |
Cumulatieve Percentages |
1 - niet betrokken |
15721 |
17,6 |
17,6 |
2 - bijna niet betrokken |
309 |
0,3 |
17,9 |
3 - in zeer zwakke mate betrokken |
5423 |
6,1 |
24,0 |
4 - in zwakke mate betrokken |
15860 |
17,7 |
41,7 |
5 - middelmatig betrokken |
17810 |
19,9 |
61,6 |
6 - meer dan middelmatig betrokken |
15106 |
16,9 |
78,5 |
7 - veel meer dan middelmatig betrokken |
9164 |
10,2 |
88,8 |
8 - in sterke mate betrokken |
6183 |
6,9 |
95,7 |
9 - in zeer sterke mate betrokken |
3857 |
4,3 |
100,0 |
Totaal |
89433 |
100,0 |
|
Tabel 2 - Frequentie van Gepest worden
Standard Nine van Gepest Worden |
Aantallen |
Percentages |
Cumulatieve Percentages |
1 - niet betrokken |
31417 |
35,1 |
35,1 |
2 - bijna niet betrokken |
25 |
0 |
35,2 |
3 - in zeer zwakke mate betrokken |
332 |
0,4 |
35,5 |
4 - in zwakke mate betrokken |
6279 |
7 |
42,5 |
5 - middelmatig betrokken |
15012 |
16,8 |
59,3 |
6 - meer dan middelmatig betrokken |
14912 |
16,7 |
76 |
7 - veel meer dan middelmatig betrokken |
10725 |
12 |
88 |
8 - in sterke mate betrokken |
6165 |
6,9 |
94,9 |
9 - in zeer sterke mate betrokken |
4566 |
5,1 |
100 |
Totaal |
89433 |
100 |
|
De bovenstaande vraag kan het best als volgt beantwoord worden. Ongeveer 76% van de leerlingen is tenminste in enige mate betrokken bij het Pesten van Anderen. Veertig procent van de leerlingen is relatief sterk betrokken bij Pesten van Anderen (categorie 6-9). De meest heftige pesters zijn de 12% leerlingen in categorie 8 en 9. Het Gepest Worden gebeurt in min of meerdere mate bij 65% van de leerlingen. Ruim 40% wordt middelmatig gepest. Twaalf procent van de leerlingen worden in ernstige mate gepest.
Het lijkt erop dat de gegevens zoals die hier zijn weergegeven een veel ernstiger probleem schetsen, dan de gegevens die in de krant worden gepresenteerd.
3. Wat is de relatie van pesten met de motivatie voor schooltaken?
In Tabel 3 zijn de relaties weergegeven van enerzijds de ernst van het Pesten van Anderen (neemt toe van boven naar beneden in de tabel, eerste kolom) en de kwaliteit van de sociaal-emotionele toestand van de pesters (Motivatie, Welbevinden, Zelfvertrouwen en Algemene Aanpassing). Leerlingen die niet bij pesten betrokken zijn halen gemiddeld een score van 6,04 en de pesters die in zeer sterke mate betrokken zijn bij pesten hebben een gemiddelde score 3,63. Het verschil is 2,41. Dat is uitgedrukt in meeteenheden 1,4. Dat is een zeer groot verschil (0,8 sd wordt gezien als een groot verschil). Pesters zijn veel minder gemotiveerd voor schooltaken dan de niet-pesters.
In Tabel 4 zijn dezelfde gegevens vermeld voor het Gepest Worden (neemt toe van boven naar beneden in de tabel) en de kwaliteit van de sociaal-emotionele toestand van de gepesten. De gemiddelde score voor niet gepeste leerlingen voor Motivatie is 5,51 en voor zeer ernstig gepeste is dat 4,58. Het verschil is 0,93. Uitgedrukt in de meeteenheid is het verschil 0,53 (een gemiddeld groot verschil). Gepeste leerlingen zijn gemiddeld minder gemotiveerd dan de leerlingen die niet gepest worden.
Tabel 3 - Relatie tussen Pesten van Anderen en Sociaal-emotionele kwaliteiten
Standard Nine van Pesten van Anderen |
Motivatie voor schooltaken |
Welbevinden in het Schoolleven |
Zelvertrouwen bij Schooltaken |
Aanpassing Algemeen |
1. Niet N=15721 (18%) |
6,04 |
5,79 |
5,17 |
6,18 |
2. nauwelijks N=309 |
5,13 |
4,41 |
5,35 |
5,31 |
3. in zeer zwakke mate N=5423 |
5,36 |
5,05 |
5,03 |
5,46 |
4. in zwakke mate N=15860 |
5,45 |
5,24 |
5 |
5,55 |
5. middel-matig N=17810 |
5,2 |
5,02 |
4,97 |
5,28 |
6. meer dan gemiddeld N=15106 |
4,79 |
4,65 |
4,87 |
4,83 |
7. veel meer dan gemiddeld N=9164 |
4,46 |
4,28 |
4,82 |
4,44 |
8. in sterke mate N=6183 |
4,12 |
4,02 |
4,7 |
4,05 |
9. in zeer sterke mate N=3857 |
3,63 |
3,73 |
4,77 |
3,55 |
Totaal |
5,11 |
4,93 |
4,96 |
5,18 |
N=89433 |
1,74 |
1,886 |
1,826 |
1,873 |
4. Wat is de relatie van pesten met het welbevinden op school?
Tabel 3 en 4 geven ook een indruk van de samenhang tussen pesten en het welbevinden op school van leerlingen (kolom een en drie van boven naar beneden). In Tabel 3 zijn de verschillen tussen niet-pesters en heftige pesters gegeven: 5,79 en 3,73. Het gemiddelde verschil is 2,06. In meeteenheden uitgedrukt: gemiddeld 1,09 sd. Een groot verschil.
In Tabel 4 zijn de gegevens van niet-gepesten en zwaar gepesten weergegeven: 5,58 en 3,59. Het verschil is gemiddeld 1,99. In de meeteenheid uitgedrukt 1,06 sd. Een meer dan groot verschil. Zwaar gepeste leerlingen voelen zich minder wel op school. Welbevinden is belangrijk voor goede prestaties op school.
Tabel 4 - Relatie tussen Gepest Worden en Sociaal-emotionele kwaliteiten
Standard Nine van Gepest Worden |
Motivatie voor schooltaken |
Welbevinden in het Schoolleven |
Zelvertrouwen bij Schooltaken |
Aanpassing Algemeen |
1. Niet N=31417 (35%) |
5,51 |
5,56 |
5,58 |
5,69 |
2. nauwelijks N=25 (0%) |
5,32 |
4,36 |
4,92 |
5,28 |
3. in zeer zwakke mate N=332 (0,4%) |
5,3 |
5,55 |
4,85 |
5,56 |
4. in zwakke mate N=6279 (7%) |
5,01 |
4,95 |
4,99 |
5,11 |
5. middel-matig N=15012 (17%) |
5,03 |
4,91 |
4,96 |
5,12 |
6. meer dan gemiddeld N=14912 (17%) |
5,01 |
4,78 |
4,76 |
5,04 |
7. veel meer dan gemiddeld N=10725 (12%) |
4,78 |
4,41 |
4,36 |
4,72 |
8. in sterke mate N=6165 (7%) |
4,62 |
3,98 |
4,07 |
4,47 |
9. in zeer sterke mate N=4566 (5%) |
4,58 |
3,59 |
3,84 |
4,36 |
Totaal |
5,11 |
4,93 |
4,96 |
5,18 |
N=89433 |
1,74 |
1,886 |
1,826 |
1,873 |
5. Wat is de relatie van pesten met het zelfvertrouwen op school?
Tabel 3 en 4 geven ook een indruk van de samenhang tussen pesten en het zelfvertrouwen op school van leerlingen (kolom een en vier van boven naar beneden). In Tabel 3 zijn de verschillen tussen niet-pesters en heftige pesters gegeven: 5,17 en 4,77. Het gemiddelde verschil is 0,4. In meeteenheden uitgedrukt: gemiddeld 0,22 sd. Een klein verschil.
In Tabel 4 zijn de gegevens van niet-gepesten en zwaar gepesten weergegeven: 5,58 en 3,84. Het verschil is gemiddeld 1,74. In de meeteenheid uitgedrukt 0,95 sd. Een meer dan groot verschil. Zwaar gepeste leerlingen hebben aanzienlijk minder zelfvertrouwen dan de niet gepeste leerlingen.
6. Wat is de relatie van pesten met de algemene aanpassing op school?
Tabel 3 en 4 geven ook een indruk van de samenhang tussen pesten en de algemene aanpassing op school van leerlingen (kolom een en vijf van boven naar beneden). In Tabel 3 zijn de verschillen tussen niet-pesters en heftige pesters gegeven: 6,18 en 3,55. Het gemiddelde verschil is 2,63. In meeteenheden uitgedrukt: gemiddeld 1,40 sd. Een verschil dat zeer groot kan worden genoemd.
In Tabel 4 zijn de gegevens van niet-gepesten en zwaar gepesten weergegeven: 5,69 en 4,36. Het gemiddelde verschil is 1,33. In meeteenheden uitgedrukt: gemiddeld 0,71 sd. Een verschil dat bijna groot kan worden genoemd (0,8). Zwaar gepeste leerlingen hebben gemiddeld een minder goede algemene aanpassing aan de eisen van school dan de niet gepeste leerlingen.
7. Wat is de relatie van pesten met de cijfers op school?
Een vergelijkbare analyse als hierboven is uitgevoerd op het behaalde cijfer voor schoolvakken.
Voor niet-pesters is is het gemiddelde cijfer over diverse vakken 7,13 en voor zware pesters 6,72. Het verschil is gemiddeld 0,41. In meeteenheden uitgedrukt is dat 0,43. De grootte van het verschil is minder dan gemiddeld (0,5 sd): 0,43. Dit verschil is serieus te nemen verschil.
Voor niet-gepesten en zwaar gepesten zijn de gegevens respectievelijk: 7,11 en 6,87. Het verschil is gemiddeld 0,24. In meeteenheden uitgedrukt is dat 0,25. Dit verschil wordt als klein omschreven.
8. Zijn er verschillen tussen opleidingen en seksen?
In Figuur 1 en Figuur 2 zijn de verschillen in Pesten van Anderen en Gepest worden grafisch weergegeven.
Figuur 1 - Pesten van Anderen per opleiding, klasniveau en sekse
Er bestaan relatief grote verschillen in Pesten van Anderen (Figuur 1) per opleiding, klasniveau en sekse van de leerlingen. In het algemeen pesten jongens meer dan meisjes. Met name in het Basisonderwijs, het praktijkonderwijs (behalve in klas 3), in de meeste klassen van het VMBO, HAVO en vooral het HAVO/VWO en het VWO. Bij de hogere opleidingen daalt het pesten bij meisjes en stijgt het voor jongens.
Er bestaan relatief weinig verschillen wat betreft Gepest Worden van jongens en meisjes (Figuur 2). Ook zijn de verschillen per opleiding en klasniveau niet groot.
De schaalverdelingen zijn niet gelijk van Figuur 1 (4,0 en 6,5) en Figuur 2 (0 en 8). Dat geeft enig optisch bedrog.
Figuur 2 - Gepest Worden per opleiding, klasniveau en sekse
9. Conclusies
De Tabellen 1 en 2 geven duidelijk aan dat meer leerlingen betrokken zijn bij het pesten op school dan aangenomen wordt in de besprekingen van het onderwerp in de media. Zowel de pesters als de gepesten lijden onder het pestgedrag. Zij hebben minder motivatie voor de schooltaken, ervaren minder welbevinden op school en hebben minder zelfvertrouwen bij de uitvoering van schooltaken. De relatie met schoolcijfers is niet sterk, maar wel aanwezig voor zowel pesters al gepesten.
Er zijn verschillen in het pestgedrag van jongens en meisjes. Ook zijn er verschillen per opleiding en klasniveau in de mate waarin de leerlingen pesten.
Gezien het bovenstaande lijkt het van belang dat opleiders en leidinggevende van scholen meer aandacht zouden moeten besteden aan het opsporen van leerlingen die betrokken zijn bij pesten en gepest worden. Bovendien is een integrale aanpak van het pestprobleem nodig. Bij voorbeeld: het controleren en ontmoedigen van pesters en hun meelopers, het omschrijven van pesten als immoreel en schadelijk voor zowel pesters als gepesten, de weerbaarheid van gepesten verhogen, de gevolgen van pesten verduidelijken, docenten en ouders informeren over het beleid van de school. Geen van deze afzonderlijke methoden heeft een duidelijk aangetoond effect. Wel is een combinatie van maatregelen effectief gebleken. Diverse websites over pesten zijn te vinden voor advies (zie ook www.saqi.nl). Ook zijn er goede boekjes voorhanden. Het is noodzakelijk deze schadelijke volksziekte te onderdrukken.